• uit·ver·kocht
stellend
onverbogen uitverkocht
verbogen uitverkochte
partitief uitverkochts

uitverkocht

  1. dat alle toegangskaarten zijn verkocht
    • The Rolling Stones traden op in een uitverkocht stadion. 
     Tegenwoordig kon ik haar elke week meevragen naar een lunchroom en de bioscoop en ik had haar eindelijk mee kunnen nemen naar Rebel Without a Cause met James Dean, die een jaar lang uitverkocht was geweest.[1]
vervoeging van
uitverkopen

uitverkocht

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitverkopen
    • ... dat ik uitverkocht. 
    • ... dat jij uitverkocht. 
    • ... dat hij, zij, het uitverkocht. 
vervoeging van: uitverkopen…
verbogen vorm: uitverkochte

uitverkocht

  1. voltooid deelwoord van uitverkopen
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be