Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·schuif·lad·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitschuifladder uitschuifladders
verkleinwoord uitschuifladdertje uitschuifladdertjes

Zelfstandig naamwoord

de uitschuifladderv / m

  1. een uit meer delen bestaande ladder die men langer kan maken door de delen ten op zichte van elkaar te schuiven
    • De bradweer en glazenwassers gebruiken uitschuifladders. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be