uitnemen
- uit·ne·men
- samenstelling van uit bw en nemen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitnemen |
nam uit |
uitgenomen |
klasse 4 | volledig |
uitnemen
- overgankelijk vanuit iets een deel wegnemen
- De arts die de verkeerde nier uitnam mag weer aan het werk.
- Het woord uitnemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitnemen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be