Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·check·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitcheckpaal uitcheckpalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de uitcheckpaalm

  1. paal waarbij men kan uitchecken zoals gebruikt bij het openbaar vervoer

Gangbaarheid