udvanding
- ud·van·ding
- Afleiding van de stam 'vand' van het Deense werkwoord vande met het voorvoegsel ud- en met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie | 215299 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | udvanding | udvandingen | udvandinger | udvandingerne |
genitief | udvandings | udvandingens | udvandingers | udvandingernes |
udvanding, g
- udvanding in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk