tweekamerappartement

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·ka·mer·ap·par·te·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweekamerappartement tweekamerappartementen
verkleinwoord tweekamerappartementje tweekamerappartementjes

Zelfstandig naamwoord

het tweekamerappartemento

  1. een tweekamerwoning in een groter gebouw
    • De student was heel blij met het tweekamerappartement. 

Gangbaarheid