twaalven
- twaal·ven
twaalven
- datief vrouwelijk van twaalf; 0:00 of 12:00 uur bij tijdsaanduidingen na voorzetsels
- Het was al ruim na twaalven.
- Zij waren met zijn twaalven.
Zij waren twaalf in getal.
de twaalven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord twaalf
- Het woord twaalven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.