• tus·sen·ba·lans
enkelvoud meervoud
naamwoord tussenbalans tussenbalansen
verkleinwoord

de tussenbalansv / m

  1. de stand van zaken van een proces dat nog niet is voltooid
     Nog minder dan een jaar en dan beginnen de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Tijd voor chef de mission Maurits Hendriks om de tussenbalans op te maken. Over de financiële situatie, de stand van zaken wat betreft de topsporters en de doelstelling.[2]
     Stroll beschouwt het seizoen, net als Verstappen in 2015, als een leerjaar. Aan de vooravond van de Grand Prix van België maakt de jongste Formule 1-coureur van dit moment de tussenbalans op.[3]


  1. tussenbalans op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    NOS Sport
    “Hendriks: qua medailles is Londen de ondergrens” (Woensdag 30 september 2015, 19:07), NOS
  3.   Weblink bron
    Louis Dekker
    “Stroll is nog lang geen Max, maar de tiener leert snel” (Zondag 27 augustus 2017, 08:44), NOS