tuintegeltaks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tuin·te·gel·taks
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tuintegel en taks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuintegeltaks | tuintegeltaksen |
verkleinwoord | tuintegeltaksje | tuintegeltaksjes |
Zelfstandig naamwoord
de tuintegeltaks m
- de belasting die men betaald voor het bedekken van de tuin met tuintegels of andere verharding waardoor het regenwater moeilijk de grond in kan zakken
- De tuintegeltaks moet voorkomen dat mensen hun tuin volledig betegelen en zo wateroverlast voorkomen.