Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin·te·gel·taks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuintegeltaks tuintegeltaksen
verkleinwoord tuintegeltaksje tuintegeltaksjes

Zelfstandig naamwoord

de tuintegeltaksm

  1. de belasting die men betaald voor het bedekken van de tuin met tuintegels of andere verharding waardoor het regenwater moeilijk de grond in kan zakken
    • De tuintegeltaks moet voorkomen dat mensen hun tuin volledig betegelen en zo wateroverlast voorkomen.