tuigde over
- Geluid: tuigde over (hulp, bestand)
- tuig·de over
vervoeging van |
---|
overtuigen |
tuigde over
- enkelvoud verleden tijd van overtuigen
- Ik tuigde over.
- Jij tuigde over.
- Hij, zij, het tuigde over.
- Ik tuigde over.
- Het woord 'tuigde over' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.