Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuig·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aantuigen

tuigde (…) aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aantuigen
    • Ik tuigde aan. 
    • Jij tuigde aan. 
    • Hij, zij, het tuigde aan. 

Gangbaarheid