tsarevitsj
- Geluid: tsarevitsj (hulp, bestand)
- tsa·re·vitsj
- Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘zoon van de tsaar’ voor het eerst aangetroffen in 1671 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tsarevitsj | tsarevitsjen |
verkleinwoord | tsarevitsje | tsarevitsjes |
de tsarevitsj m
- (geschiedenis) zoon van de tsaar, oudste zoon en troonopvolger van de Russische tsaar
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord tsarevitsj staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "tsarevitsj" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tsarevitsj op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).