trouwde in
- Geluid: trouwde in (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɑudə ˈɪn / (3 lettergrepen)
- trouw·de in
vervoeging van |
---|
introuwen |
trouwde (…) in
- enkelvoud verleden tijd van introuwen
- Ik trouwde in.
- Jij trouwde in.
- Hij, zij, het trouwde in.
- Ik trouwde in.
- Het woord trouwde in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.