troc
- Naamwoord van handeling van het werkwoord troquer [1], mogelijk ontleend aan het Occitaans of Spaans trocar.
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| troc | le troc | trocs | les trocs |
troc m
- (handel) ruilhandel
- «L’or glané durant les parties ne vaut presque rien, puisqu’on en trouve à l’infini, dans les poches de vagues d’ennemis toujours renouvelés. Alors, quand ils veulent revendre ou acheter une arme rare ou un plastron rutilant, les joueurs en sont réduits au troc.»[2]Het goud dat tijdens de spelen wordt vergaard is bijna niets waard, omdat het tot in het oneindige in de golfzakken van de vijanden die steeds veranderen, te vinden is. Wanneer zij een zeldzaam wapen of een glanzende borstplaat willen kopen of verkopen, dan worden de spelers tot ruilhandel gedwongen.
- «L’or glané durant les parties ne vaut presque rien, puisqu’on en trouve à l’infini, dans les poches de vagues d’ennemis toujours renouvelés. Alors, quand ils veulent revendre ou acheter une arme rare ou un plastron rutilant, les joueurs en sont réduits au troc.»[2]
- (financieel) (Canada) swap, wederzijdse geldoverdracht door internationale banken
- ↑
Weblink bron troc in: Dictionnaire de l’Académie française, 8e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑ Weblink bron Pierre Trouvé“Dans « Diablo II », l’étonnante transition spontanée du troc à la monnaie” (05 augustus 2022) op lemonde.fr
