treek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  treek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• treek

Woordherkomst en -opbouw

• via Middelnederlands treke

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	treek	treken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de treek m

1. list, streek, slimmigheid, truc

Gangbaarheid

• Het woord treek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "treek" herkend door:

25 %	van de Nederlanders;
6 %	van de Vlamingen.