treedt af
- treedt af
vervoeging van |
---|
aftreden |
treedt af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftreden
- Jij treedt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftreden
- Hij treedt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftreden
- Treedt af!
- Spaanse minister treedt af vanwege Panama Papers [1]
- Het woord treedt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.