tray
- tray
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tray | trays |
verkleinwoord | traytje | traytjes |
de tray m
- een open verpakking die onderverdeeld is in verschillende vakjes
- Het is Villarreal die zich over hen ontfermt, die de trays met flessenwater desnoods zelf gaat langsbrengen, die checkt of de filters goed zijn geïnstalleerd en die bij iedereen haar hand ophoudt voor donaties. [1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord tray staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC Maartje Somers 2 oktober 2016