Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • tra·to
enkelvoud meervoud
trato tratos

Zelfstandig naamwoord

trato m

  1. behandeling, bejegening
  2. omgang
  3. verdrag, overeenkomst, deal
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
tratar

trato

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tratar