trapten weg
- Geluid: trapten weg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɑptə(n) ˈwɛx / (3 lettergrepen)
- trap·ten weg
vervoeging van |
---|
wegtrappen |
trapten (…) weg
- meervoud verleden tijd van wegtrappen
- Wij trapten weg.
- Jullie trapten weg.
- Zij trapten weg.
- Wij trapten weg.
- Het woord trapten weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.