Zweeds

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Zweedse woorden trapp en hus
Naar frequentie 59512
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   trapphus     trapphuset     trapphus     trapphusen  
genitief   trapphus     trapphusets     trapphus     trapphusens  

Zelfstandig naamwoord

trapphus, o

  1. (bouwkunde) trappenhuis
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

trapphus

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van trapphus

trapphus

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van trapphus

trapphus

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van trapphus