• trai·nee·ship
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord traineeship traineeships
verkleinwoord

het traineeshipo

  1. betaalde startersbaan voor hoogopgeleiden waarbij iemand ook een opleiding volgt
     De Thüringse minister van Economische Zaken, Matthias Machning, zegt dat er een hoop is misgegaan. En tot overmaat van ramp komen er nu allerlei Spaanse journalisten naar Erfurt om over hun landgenoten te berichten. "Duitsland is geen paradijs", zo klinken de berichten. Niet best voor het imago van Duitsland. Daarom heeft Machning een conferentie georganiseerd met bedrijven in de regio en de Spaanse ambassade. Bedrijven zoeken nu met de politiek naar een oplossing voor de jongeren. Vijftig van hen hebben inmiddels een stageplek of traineeship gevonden.[2]
     The Voice of Holland, maar dan voor trainees. Zo wil de gemeente Hollands Kroon geschikte kandidaten werven voor een traineeship. Maar Talpa, het bedrijf dat The Voice of Holland produceert, zegt dat de sollicitatiemethode inbreuk maakt op hun auteursrecht.[3]
  1. traineeship op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Duitsland lokt Spaanse jongeren voor niets” (Maandag 14 oktober 2013, 18:47), NOS
  3.   Weblink bron “Protest tegen 'The Voice of Hollands Kroon'” (Vrijdag 4 januari 2013, 19:51), NOS