• tor·den
  • Samenstelling van de Noordse name van de god "Tor" (= Thor) en het Noorse woord dønn
Naar frequentie 8036
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   torden     tordenen     tordener     tordenene  
genitief   tordens     tordenens     tordeners     tordenenes  

torden, m

  1. (meteorologie) donder


  • torden ruller
de donder rolt
  • lyn og torden
bliksem en donder