Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ton·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aftonnen

tonde (…) af

  1. enkelvoud verleden tijd van aftonnen
    • Ik tonde af. 
    • Jij tonde af. 
    • Hij, zij, het tonde af. 

Gangbaarheid