toezien
- toe·zien
- samenstelling van toe bw en zien ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toezien |
zag toe |
toegezien |
klasse 5
onregelmatig |
volledig |
toezien
- inergatief gadeslaan, zien gebeuren
- De muziekindustrie zag tandenknarsend toe hoe de inkomsten daalden.
- inergatief ~ dat: nauwlettend in de gaten houden dat iets gebeurt
- De provincie en gemeente gaan erop toezien dat de voorschriften worden nageleefd.
- inergatief ~ of: nauwlettend in de gaten houden of iets gebeurt
- De fiscus ziet streng toe of geen onterechte aftrekposten worden opgevoerd.
- Het woord toezien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toezien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be