toetjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- [A] toe·tjes
- [B] toet·jes
Woordherkomst en -opbouw
- toetje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de toetjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord toetje
Zelfstandig naamwoord
de toetjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord toet