Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toch·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tochten
tochtte
getocht
zwak -t volledig

Werkwoord

tochten

  1. onpersoonlijk trekken van de wind
  2. onpersoonlijk de tocht doorlaten
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de tochtenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tocht
     En zo was ik ineens klaar voor de moeder aller tochten, de PCT.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be