het piekeren; datgene waarover men zich zorgen maakt
In die macabere tobberijen waan je je dood en levend tegelijk. Je bent dood, anders zou je niet begraven zijn en liggen te rotten. Tegelijk leef je, want je bent nog steeds vatbaar voor indrukken en gevoelens. [1]
„Begin mei ging ik door zo’n medische molen van foto’s en scans, waarna al snel duidelijk was dat er niks meer tegen de kanker te doen is. Dan kom je opeens totaal anders in het leven te staan. In de weken daarna groeide de chaos in mijn kop: met gedachten die ik d’r niet uit kreeg – tobberij, spanningen, angsten. Nee, niet over de dood, daar ben ik niet eens zo erg mee bezig. [2]
Waarom zou je in deze situatie, terwijl je al prettig woont, het risico op je hals halen van waardedaling, kosten, rompslomp en tobberijen over de hypotheekrente? Dit gezin overweegt dit, omdat hun huur zou verdwijnen in een bodemloze put. Maar ook huiseigenaren zitten met putten. Hun euro’s stomen weg door hypotheekrente, premies voor de opstalverzekering, onderhoudskosten, aankoop- en hypotheekkosten, overdrachtsbelasting en de WOZ-aanslag. Wellicht komt er nog een waardedaling van de woning bovenop. [3]
Ondanks zijn talent voor tobberij wijst Emo de overlevenden de weg uit de miserie. [4]