timet
- timet
vervoeging van |
---|
timen |
timet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van timen
- Jij timet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van timen
- Hij timet.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van timen
- Timet!
- Het woord timet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.