tijdloosheid
- tijd·loos·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdloosheid | |
verkleinwoord |
de tijdloosheid v
- het tijdloos zijn
- De tijdloosheid van het meubelontwerp was de oorzaak dat het bankstel na 20 jaar nog steeds modern oogde.
- Het woord tijdloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.