thuisgehoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- thuis·ge·hoord
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van thuishoren: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van thuis bw en gehoord ww
Werkwoord
vervoeging van: | thuishoren… |
verbogen vorm: | thuisgehoorde |
thuisgehoord
- voltooid deelwoord van thuishoren