Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • theo·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord theologe theologes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de theologev

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van theoloog
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be