themata
- the·ma·ta
de themata mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord thema
- Het woord themata staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- IPA: /tɛːmata/
- the·ma·ta
themata
- nominatief meervoud van thema
- accusatief meervoud van thema
- vocatief meervoud van thema