• the·a·ter·di·rec·teur
enkelvoud meervoud
naamwoord theaterdirecteur theaterdirecteuren
theaterdirecteurs
verkleinwoord

de theaterdirecteurm

  1. leidinggevende van een theater
     Uitgeput door het schrijven van 'Mijn leven'vroeg Tsjechov zich in een brief aan theaterdirecteur Vladimir Nemirovitsj-Dantsjenko af: 'Waar kunnen we het over hebben? We hebben geen politiek, we hebben geen maatschappelijk leven, noch in de privésfeer, noch in het openbaar, ons stedelijk bestaan is arm, monotoon, verveeld, oninteressant.[2]
     Jara was een populaire zanger, theaterdirecteur en hoogleraar, die sympathiseerde met de socialistische regering-Allende, die in de staatsgreep van 1973 werd afgezet door generaal Pinochet.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  3.   Weblink bron “Chileense officieren veroordeeld om moord op zanger in 1973” (04-07-2018), NOS