terugverdientijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·ver·dien·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de werkwoordstam van terugverdienen en tijd
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | terugverdientijd | terugverdientijden |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de terugverdientijd m
- de tijd die het kost voordat de gedane investering wordt terugverdiend door de opbrengsten die voortvloeien uit de investering
- De terugverdientijd van de zonnepanelen op ons dak is vijftien jaar.