teruggesprongen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·ge·spron·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van terugspringen: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van: | terugspringen… |
verbogen vorm: | teruggesprongene |
teruggesprongen
- voltooid deelwoord van terugspringen