Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • telt na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
natellen

telt na

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natellen
    • Jij telt na. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natellen
    • Hij telt na. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van natellen
    • Telt na! 


Gangbaarheid