telegraafpaal
- te·le·graaf·paal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telegraafpaal | telegraafpalen |
verkleinwoord |
de telegraafpaal m
- paal waaraan telegraafdraden hangen; mast voor telegraafdraden
- ▸ Door de beperkte ruimte tussen de zijgevel en onze veranda had de muurbedekking zich tijdens haar val op natuurlijke wijze opgerold, zodat daar nu een reusachtige kokosmat leek te liggen, klaar om met mattenkloppers ter grootte van een telegraafpaal uitgeklopt te worden.[2]
- paal met een ingebouwd telegraaftoestel
- ▸ Parfumflesjes die na een eeuw nog vaag naar hun inhoud ruiken. De telegraafpaal waarmee eerste officier Murdoch (te laat) het bevel 'hard naar stuurboord' gaf. Champagneflessen met de inhoud er nog in. Vanaf morgen zijn honderden objecten van het gedoemde stoomschip Titanic te zien in de Amsterdam Expo.[3]
- Het woord telegraafpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron Lambert Teuwissen“"Titanic-champagne rook nog prima"” (13-11-2013), NOS