Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tel·den op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
optellen

telden (…) op

  1. meervoud verleden tijd van optellen
    • Wij telden op. 
    • Jullie telden op. 
    • Zij telden op. 

Gangbaarheid