technici
- tech·ni·ci
de technici mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord technicus
- Het woord technici staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- IPA: /tɛxnɪtsɪ/
- tech·ni·ci
technici
- nominatief meervoud van technik
- vocatief meervoud van technik