• tas·veld
enkelvoud meervoud
naamwoord tasveld tasvelden
verkleinwoord

het tasveldo

  1. plaats bij een steenbakkerij waar men de stenen of dakpannen opstapelt
     De fabriek in Tegelen kent een continu productieproces. Door overdag een buffer op te bouwen, gaat ook ’s nachts het bakproces door. Dat betekent een gestage stroom aan dakpannen en hulpstukken, zo’n 55.000 stuks per dag. Buiten de hal, op het tasveld, is ruimte voor ruim 5 miljoen pannen. Fila: „Een voorraad van 3,5 miljoen dakpannen is noodzakelijk om geen nee te hoeven verkopen.”[2]
16 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Henk de Boer
    “Dakpannen bakken op 1020 graden” (09-10-2007), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be