Voor de cabaretière is het niet de kwetsbaarheid binnen het zweverige idioom van ‘tantra, loslaten en compassie’, maar is het juist ‘een venijnig goedje.’ Een geuzennaam voor de harde realiteit van de ‘grote zwabber’ die we in dit leven op de onverwachtste momenten met een keiharde klets in het gezicht krijgen. [2]
Desalniettemin: de letterlijke vraag om een happy end kreeg ze, schat ze, dertig of veertig keer. Hints ook: benen die wijder gaan, billen die op en neer bewegen of mannen die zeggen ‘ik voel me zo vrij bij jou’. ,,Gisteren nog, een klant die opmerkte dat de muziek zo tantra-achtig is. Oh god, denk ik dan, daar gaan we weer.” [3]
De tien kilometer was de tantra onder de sportevenementen: hoe lang hij ook duurde, een climax kwam er nooit. Van opwinding was ook niet vaak sprake – je kunt niet een hele middag opgewonden blijven en bovendien: vaak lag de uitslag van tevoren al wel zo’n beetje vast – maar wat die mensen bij de ISU toch zouden moeten begrijpen: dat is precies waar het om gaat. De tien kilometer is een laatste baken van rust. Er gebeurt nog maar zo zelden Niets. [4]