Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tankt bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijtanken

tankt bij

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtanken
    • Jij tankt bij. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtanken
    • Hij tankt bij. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijtanken
    • Tankt bij! 


Gangbaarheid