takelde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: takelde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ta·kel·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aftakelen |
takelde af
- enkelvoud verleden tijd van aftakelen
- Ik takelde af.
- Jij takelde af.
- Hij, zij, het takelde af.
- Ik takelde af.
Gangbaarheid
- Het woord takelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.