tafzijden ceintuur
  • taf·zij·den
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen tafzijden

tafzijden

  1. (textielindustrie) gemaakt van tafzijde
     Olaf wijst op het zwarte tafzijden cocktailjurkje van Cristóbal Balenciaga dat op de catwalk staat. Couture van de bovenste plank uit 1951. "Oh, is dat echt uit één stuk gemaakt? Wat geweldig knap," roept hij uit tegen conservator Du Mortier.[1]
     De prinsesjes Marie-Christine en Marie-Esmeralda droegen de twee witte tafzijden kinderjurken ter gelegenheid van het huwelijk van koning Boudewijn en koningin Fabiola.[2]
  1.   Weblink bron
    Evelien Baks
    “Het Rijks als balzaal: welkom in de droomwereld van Erwin Olaf” (11-01-2017), Tubantia
  2.   Weblink bron “Prinses Lilian” (19-09-2003), Reformatorisch Dagblad