Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taak·af·ba·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taakafbakening taakafbakeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de taakafbakeningv

  1. het bepalen van wat de grenzen zijn van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van iets of iemand
     Daarbij wordt ook gekeken naar de taakafbakening en ambities van de NS en haar dochters, vooral bij regionale concessies.[1]
     Knops gaat met architectenbureau OMA, dat in eerste instantie de opdracht kreeg, en de nieuw aangetrokken architect Pi de Bruijn overleggen over ,,nadere taakafbakening en samenwerking".[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dijsselbloem klaagt: NS-top informeerde veel te laat” (09-06-2015), Tubantia
  2.   Weblink bron “Knops belooft minder geheimzinnigheid rond verbouwing Binnenhof” (21-05-2019), Tubantia