[1]

[2]

[3]

  • t.b.v.

t.b.v.

  1. voor, met het oog op
    • Dit maakt de term ‘norm’ t.b.v. evaluatie minder bruikbaar. [1]
  2. voor, voordeel opleverend voor, met een opbrengst die ten goede komt aan
    • Fancy fair t.b.v. de slachtoffers van de zeebeving te Ceram en voor Transvaal, georganiseerd door Trudy Valette [2]
  3. met de geldswaarde (gevolgd door de aanduiding van een bedrag)
    • Er wordt een budget voorzien voor aanplantingen en verfraaiing van het publiek domein met planten, bomen en bloemen t.b.v. 5.000 euro. [3]
  • In gevallen waar de betekenissen [1] en [2] elkaar overlappen is de afkorting dubbelzinnig: "Een sponsorloop t.b.v. kinderen die niet op vakantie kunnen" kan iets zeggen over de deelnemers of over de bestemming van de opbrengst.