swipet

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  swipet    (hulp, bestand)
• IPA: / swɑjpt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• swipet

Woordherkomst en -opbouw

•  swipe ww  met de uitgang -t

Werkwoord

vervoeging van
swipen

swipet

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van swipen
   

   • Jij swipet. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van swipen
   

   • Hij swipet. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van swipen
   

   • Swipet! 

Gangbaarheid

• Het woord swipet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.