• svik·tan·de
  • Bijvoeglijke gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord svikta met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie 110267
stellend vergrotend overtreffend
sviktande


sviktande

  1. afnemend, slinkend, tanend
  • Geen verbuiging
  • sviktande köpkraft
dalende koopkracht

sviktande

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van svikta