supermarktbranche
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- su·per·markt·bran·che
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van supermarkt en branche
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | supermarktbranche | supermarktbranches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het geheel van alle supermarkten samen
- De supermarktbranche boekte in de dagen voor kerst een grote omzet.