supermarktbedrijf
- su·per·markt·be·drijf
- samenstelling van supermarkt zn en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | supermarktbedrijf | supermarktbedrijven |
verkleinwoord |
het supermarktbedrijf o
- onderneming die een of meer grote zelfbedieningswinkels exploiteert
- ▸ Hij zit al sinds 2006 in dit bestuursorgaan van Zurich, de derde verzekeraar van Europa. Daarnaast is hij commissaris bij chemiebedrijf DSM, farmabedrijf GlaxoSmithKline, supermarktbedrijf Ahold en Van Lanschot Bankiers. Van 1999 tot 2006 was hij financieel topman van ABN Amro.[1]
- ▸ De ombouw van C1000 winkels naar de Jumbo-formule verloopt in een aantal winkels moeizaam. Volgens supermarktbedrijf Jumbo zijn de resultaten van de 57 omgebouwde winkels over het algemeen goed. Maar in een aantal winkels blijft de omzet achter bij de prognoses.[2]
- Het woord supermarktbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Nederlandse topman bij Zurich” (Donderdag 29 augustus 2013, 15:23), NOS
- ↑ Weblink bron “Jumbo: ombouw winkels moeizaam” (Dinsdag 20 augustus 2013, 08:44), NOS